Lisette lewin biografie

De vaste route van Lisette Lewin

Ze was eenzaam toen ze eind – net terug uit het warme Indonesië – een kamertje betrok op de hoek van de Eerste Jan van der Heijdenstraat en de Ferdinand Bolstraat, boven de HEMA. Haar vader zat nog in Indonesië, met haar Amsterdamse tantes was ze (tijdelijk) gebrouilleerd en het weer werkte ook niet mee. Wel had journaliste en schrijfster Lisette Lewin ( Den Haag, ) een leuk baantje weten te bemachtigen bij de Nederlandse Opera Stichting, die kantoor hield in de Stadsschouwburg. Vanaf de Eerste Jan van der Heijdenstraat liep ze regelmatig naar het Leidseplein – eerst naar haar werk en niet veel later naar café Reijnders.

Centrum

Amsterdammers

Kunst en cultuur

September

54

Vaste route

Vanaf


Lisette Lewin stopt de gebruinde Russische accordeonist die voor de HEMA staat te musiceren wat kleingeld toe. De zon schijnt. In haar herinnering regende het vooral in de Pijp. “Maar het was dan ook een deprimerende periode.” Met haar hospita, mevrouw Elders, boterde het niet. “Ze kwam zo maar je kamer binnen. Als je overdag op bed lag, kreeg je te horen dat ‘fatsoenlijke meisjes dat niet deden’. Maar ondertussen kon haar echtgenoot zijn handen niet thuishouden.” Lewin miste haar vader en moest als negentienjarige ro

Lisette Lewin

Lisette Lewin en kunstenaar Willeke van Tijn waren buurmeisjes in Den Haag en woonden later gezamenlijk in een huis in Amsterdam. ‘Door haar ben ik na de academie uit Den Haag weggegaan, Lisette woonde in een huisje in de Lepelstraat. We zaten samen bij Politeia, een provo-achtige politieke organisatie. Lisette liep altijd meer voorop, als journaliste. Ze maakte rechtbankverslagen, ging in haar eentje naar Joegoslavië, ik vond dat heel stoer allemaal.’

In werden de twee geportretteerd in NRC, voor de fotoreeks ‘Opnieuw’: in hun geval werd een jeugdfoto uit opnieuw geschoten. ‘Lisette woonde met haar vader en stiefmoeder. Haar biologische moeder was verdwenen in de oorlog. Zij kwam graag bij ons en was nogal aanwezig,’ aldus Van Tijn. Haar moeder was zangeres en haar broer Ubo kreeg als getalenteerd musicus alle aandacht, hij was een wonderkind en speelde al als jarige in het Residentie Orkest.

In Lewins roman Bach onder de palmen uit komt Ubo terug als muziekstudent Jurriaan Houtkoper, de oudere broer van Jettie. Hoofdpersonage Lotte, elf jaar, is smoorverliefd op hem. Jurriaan is gericht op zijn moeder, alles draait om zijn carrière als fluitist, om goede solo’s, radioconcerten. Als hij het moeilijk k



Radio: Nico Keuning over Belcampo, Moondog, Lisette Lewin, Chris Killip en Bob Goudzwaard

In de Nederlandse literatuur is de schrijver Belcampo, pseudoniem van Herman Schönfeld Wichers,  uniek. Nederlandse schrijvers beperken zich meestal tot realistische verhalen en romans, terwijl het werk van Belcampo fantastisch en surrealistisch is. Hij verandert één element in de werkelijkheid en fantaseert daar consequent op door. Wat gebeurt er als je jezelf in de trein tegenkomt? Hoe zou de Dag des Oordeels er uit zien in het gereformeerde plaatsje Rijssen en welke rol zou de schrijver daar zelf in kunnen spelen?  Nico Keuning schreef over een biografie over de kleurrijke figuur Belcampo, arts en schrijver. De titel van het boek is Groots en onbekommerd en hierin volgt volgt hij Belcampo als buitenstaander in het Rijssen van toen, als tbc-patiënt in Renkum en Davos, als student in Amsterdam, op zijn zwerftochten in het buitenland en als arts-schrijver in Groningen.

In het tweede uur en de podcast van Wat blijft:

Bob Goudzwaard was econoom en politicus en werkte voor het wetenschappelijk instituut van de ARP. Later werd hij ook Tweede Kamerlid voor die partij, hij was één van de initiators van het CDA. Goudzwaard was de grondlegger van

Lewin, Lisette

Nederlands journaliste en prozaschrijfster (Den Haag ). Als journaliste werkte Lewin mee aan de Volkskrant, NRC/Handelsblad en Vrij Nederland. Vanaf werkt ze als freelance journaliste. Lisette Lewin stamt uit een Joodse zakenfamilie, waarvan de meeste familieleden WOII niet overleefd hebben. Zelf verbleef ze tijdens de oorlog op verschillende onderduikadressen.

In verscheen haar inventarisatie van illegaal verschenen boeken tijdens WOII in Het clandestiene boek . Als romanschrijfster debuteerde ze met Voor bijna alles bang geweest (), de levensgeschiedenis van een Joodse vrouw in de periode Ze kreeg er de Gouden Ezelsoor voor. De roman Een hart van prikkeldraad () is zowel een oorlogsroman over een moffenhoer, als de roman over wat deze harde, jonge vrouw na WOII overkomt. In Vorig jaar in Jeruzalem () doet Lewin verslag van haar reis naar die stad en beschrijft ze de geschiedenis van de Palestina-pioniers daar. In Herfstreis naar Dantzig () beschrijft ze de reis uit naar de stad waar haar vader als zakenman gewoond en gewerkt heeft.

Als schrijfster van verhalen debuteerde Lewin met de bundel Verliezers op zee (). In verscheen haar novelle Een doek over de spiegel.

 

Literatuur: BNTL; Oosthoek; K. Kosmeijer, ‘’ Andermans

Schuld die niet valt in te lossen LISETTE LEWIN SCHREEF DE BIOGRAFIE VAN HAAR VADER

HIJ HEETTE 'Kürtchen' of 'Koecht' voor zijn ouders, 'Chris' voor zijn naoorlogse vrienden , maar voor zijn dochter Lisette was hij altijd Kurt

Vader en dochter Lewin waren tot elkaar veroordeeld. In de dertig jaar na de bevrijding brachten ze er samen niet veel van terecht. Altijd ruzie, en teleurstelling aan beide kanten. Hij sloot een verstandshuwelijk met een niet-joodse vrouw, met wie zij niet kon opschieten. De talentvolle dochter, boos en opstandig, rommelt maar wat aan in haar e Lewin schreef die geschiedenis al op in haar eerste, autobiografische roman Voor bijna alles bang geweest (). In haar nieuwste boek, Herfstreis naar Dantzig, draait het vooral om de vader. De dochter, ervaren journaliste, herkende in alle familiefeiten het verhaal dat zijn leven vormt, het verhaal van de Oost-Europese jood die bijna deze hele verschrikkelijke eeuw leefde. Ze schreef zijn is verbijsterend hoe veel er in één leven past. Dat alleen al maakt deze levensbeschrijving interessant. Zo veel verplaatsing, zo veel activiteit, zo veel verlies. Kurt Lewin, kind uit een Russisch-joods voorgeslacht, werd in in Düsseldorf geboren. In Leipzig bracht hij zijn eerste oorlog door. Als schoolkind groeide hij op in