Thomas dekker vermogen
Thomas Dekker
Thijs Zonneveld
Bestel nu
Thomas Dekker
Thijs Zonneveld
Bestel nuThomas Dekker () heeft genoeg van de leugens. Zijn echte verhaal is nog nooit verteld. De waarheid met al zijn slechte lelijke kanten moet maar eens naar buiten. De schaamte heeft het altijd gewonnen van de last die de kroonprins van het Nederlandse wielrennen met zich heeft meegedragen. Maar nu is er niets meer te verliezen.
BN de Stem
'Want hoe beschaamd hij nu ook zegt terug te kijken op alles wat hij uitspookte met doping en meisjes, in de als een trein lezende biecht Mijn gevecht voel je op elke pagina vooral de herinnering aan een mooie tijd.'
Ad Pertijs
Leeuwarder Courant
'De biografie van Dekker is opgetekend door wielerkenner Thijs Zonneveld, die over een vlotte pen beschikt en de spanning mooi weet op te bouwen.'
Gerrit Kloosterman
Revu
'Een boek dat verdeeldheid zaait in de wielerwereld, (sport)journalistiek en samenleving.'
Caspar Naber
Thijs Zonneveld
Auteur
Thijs Zonneveld () is een van de populairste wielerjournalisten van Nederland. Hij werkt voor het Algemeen Dagblad en is analist bij NOS-Studio Sport. Met zijn boek Thomas Dekker - Mijn Gevecht werd hij in o.a. genomineerd voor de NS-publieksprijs.
Uitgeverij: InsideNS Publieksprijs: S
DEKKER, Maurits Rudolph Joël
revolutionair socialist en schrijver, is geboren te Amsterdam op 16 juli en aldaar overleden op 7 oktober Hij was de zoon van Joël Dekker, handelsreiziger en huisschilder, en Betje Turksma, kostuumnaaister. In ging hij een vrij huwelijk aan met Maria (Mien) Engelina Hellingman, actrice en spraaklerares, met wie hij twee dochters kreeg. Op 21 februari trad hij met haar in het burgerlijk huwelijk en wettigde hun twee dochters. Na haar overlijden op 24 november hertrouwde hij op 17 augustus met Hendrika Christina van Assen, hoofd van een lagere school. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Pseudoniemen: Gerard van Arkel, A. Bakels, Jan Dekker, Martin Redeke, Boris Robazki.
Dekker, een telg uit de joodse kleine middenstand, moest al jong helpen in de nering van zijn vader. Het gezin woonde in een volksbuurt in Amsterdam Oost, waardoor hij van jongs af aan vertrouwd was met de noden van de werkende klasse. Na de lagere school moest hij een baan zoeken om bij te dragen aan de inkomsten. Een harmonieus thuis zal Dekker niet gekend hebben. Feitelijk leefden zijn ouders vanaf gescheiden. Vader Dekker liet het gezin in in de steek en is tot spoorloos. Later bleek dat hij in Buenos Aires verbleef. Het huwelijk werd in op verzoek van moeder Dekker door de r
DEKKER, Eduard Douwes
(bekend als Multatuli en Douwes Dekker; roepnaam: Dek), vrijdenker en schrijver 'tegen wil en dank', is geboren te Amsterdam op 2 maart en overleden te Nieder-Ingelheim (Rhein-Hessen, Duitsland) op 19 februari Hij was de zoon van Engel Douwes Dekker, kapitein ter koopvaardij, en Sietske Eeltjes Klein (soms ook in officiële stukken: Klijn). Op 10 april trad hij te Tjandjoer (Java) in het huwelijk met Everdina Huberta (zelf gaf het echtpaar de voorkeur aan de spelling Everdine Huberte) baronesse van Wijnbergen, met wie hij een dochter en een zoon kreeg. Na haar overlijden (te Venetië op 13 september ) hertrouwde hij te Rotterdam op 1 april met Maria Frederika Cornelia (Mimi of Mies) Hamminck Schepel, onderwijzeres, later schrijfster onder de naam Heloïze, met wie hij in het tweejarig Duits jongetje Eduard (Wouter) Bernhold als pleegzoon aannam.
Pseudoniem: Multatuli.
Onder zijn pseudoniem Multatuli schreef Douwes Dekker veel en kritisch over de Nederlandse samenleving in de negentiende eeuw. Voor velen betekende het lezen van zijn opmerkingen een ontdekking en een bevrijding uit het harnas van maatschappelijke regels en gewoonten. Als schrijver stond hij op een internationaal niveau, als persoon was hij in het 'fatsoenlijke' Nederland van zijn eig
Thomas Dekker. Seks, drugs en wielrennen
Thomas Dekker was veertien toen hij Michael Boogerd in Frankrijk de Tour zag rijden. De nationale kampioen van dat moment kon met de groten meekomen: Jan Ulrich, Marco Pantani, Erik Zabel. Dekker vond de heroïek van het afzien van een mythische schoonheid en droomde in zijn tentje van grootse overwinningen. Hij wilde nog maar een ding: wielrenner worden. Thijs Zonneveld vertelt in Mijn gevecht het verhaal van de jongen die zijn snufferd tegen de ruit van de plaatselijke wielrenhandelaar drukte, zich vergapend aan een fiets met Campagnolo onderdelen. Die spaarde hij met bollen pellen bij elkaar. De rest van de tijd werd er getraind, de school schoot erbij in.
Zes jaar later sliep Thomas Dekker met zijn grote idool op dezelfde kamer. Gerrie Kneteman had hem geselecteerd voor de Olympische Spelen in Athene. De werkelijkheid viel enigszins tegen. “Hij was sympathiek, maar heel veel contact hadden we niet. Onze werelden lagen zo ver uit elkaar. Hij ging met Karsten Kroon naar een concert van Tiësto, ik maakte me druk als ik om halfelf nog niet op mijn bed lag.” In de Ronde van de Algarve sprak vijfvoudig tourwinnaar Lance Armstrong hem aan. Het alfamannetje van het profpeloton had van Dekker gehoord. “Ik ook over jou,” grapte de junior.
Leef-schrijven
Een nieuwe biografische encyclopedie
Rudolf Dekker
In de Verenigde Staten verscheen een nieuwe encyclopedie, waarvoor de term ‘life writing’ werd uitgevonden. Hoewel in dit tweedelig naslagwerk biografieën uit de hele wereld aan de orde komen, ligt de nadruk op boeken en onderwerpen uit de Engelssprekende wereld. Toch is dit boek ook voor de Nederlandse liefhebber van levensbeschrijvingen van grote waarde.
De encyclopedie bloeit als genre meer dan ooit. Met de toenemende productie van wetenschappelijke kennis en tijdschriften is ook de behoefte aan geordende, beknopte en leesbare overzichten van wetenschappelijk kennis sterk gegroeid. Verschillende uitgeverijen hebben zich in het genre gespecialiseerd, zoals Fitzroy Dearborn, de uitgever van de Encyclopedia of Life Writing. Autobiographical and biographical forms. ‘Leef-schrijven’ is een lelijk woord, maar wel een handige term, die alle autobiografische en biografische tekstvormen, dus zowel egodocumenten als biografieën, omvat. Het verschijnen van dit boekwerk is alleen al organisatorisch een bijzondere prestatie. De redacteur, Margaretta Jolly, heeft auteurs bij elkaar gebracht die ruim zeshonderd lemmata schreven. Samen vullen die meer dan duizend bladzijden