Biografe hugo liesbeth koenen

Liesbeth Koenen
Tilburg 11 juni - Amsterdam 19 augustus




Foto: Marc van Oostendorp



Er zijn op de wereld niet veel mensen die zich professioneel taaljournalist noemen. In Nederland zijn er verschillende; maar de allereerste was Elisabeth Maria Huberta Wilhelmina - Liesbeth - Koenen. Ze schreef over veel onderwerpen, en vooral over wetenschap, maar haar hart lag in alle opzichten bij de taal en de taalkunde. Er waren in Nederland eerder mensen geweest die heel deskundig over taal hadden geschreven, maar dat was zelden leesbaar geweest. Er waren meer auteurs die heel leesbaar over taal schreven, maar dat was doorgaans heel oppervlakkig. Liesbeth Koenen kon het allebei.

Ze was geboren in Tilburg maar bracht haar jeugd door in het zuiden van Limburg en, vanaf haar dertiende, in Oegstgeest, waar haar vader directeur werd van de psychiatrische inrichting in Noordwijkerhout. Ze was een verwoed lezer en overwoog aanvankelijk psychologie te gaan studeren, maar raakte in Amsterdam, waar ze in Nederlands was gaan studeren, al snel geïnteresseerd in de Algemene Taalwetenschap. Amsterdam was in die periode rond dan ook een brandpunt van de internationale taalwetenschap, waarover dag en nacht op hoog niveau werd gediscussieerd.

Koenens eigen taalkundige belan

Jan Lepeltak

Voorgeschiedenis
Deze week verscheen de kloeke biografie van Elsbeth Etty over de columnist, schrijver en taalkundige Hugo Brandt Corstius (HBC) die 10 jaar geleden overleed. Etty schreef de biografie op basis van het materiaal van de taalkundige Liesbeth Koenen () , de beoogde biograaf. Ik kende Liesbeth van ons Instituut voor Algemene Taalwetenschap (ATW) aan de UvA. Zij zocht contact met mij naar aanleiding van een blog van mij bij het overlijden van HBC waarin ik herinneringen ophaalde aan zijn docentschap bij ATW. We praatten daarna een avond in de Kring over Hugo en allerlei andere zaken en zij vroeg mij wat ik vond van het idee om een biografie van HBC te schrijven. Zij was zeer bevriend met de weduwe van HBC, Ina Rilke, en mocht al het materiaal dat zij nog had gebruiken. Ik vond het een uitstekend idee, Hugo was een bijzondere persoonlijkheid die zeker een interessante biografie zou opleveren,
Helaas sloeg het noodlot toe en overleed Liesbeth aan kanker en moest zij na jaren archiefwerk nog aan het schrijven beginnen. Elsbeth Etty schreef uiteindelijk de biografie over deze bijzondere man. In haar biografie verwijst zij ook naar het blog dat ik heb geschreven na het overlijden van HBC. Omdat het wat lastig te vinden is op internet geef ik het hi

Elsbeth Etty schrijft de biografie van Hugo Brandt Corstius

Elsbeth Etty zal de biografie gaan schrijven van Hugo Brandt Corstius. Naar verwachting zal het boek in verschijnen, rond zijn negentigste geboortedag. Etty is de opvolger van biografe Liesbeth Koenen, die in augustus overleed.

Hugo Brandt Corstius () was wis- en taalkundige, schrijver en tientallen jaren een alomtegenwoordige, bewierookte, gelauwerde én gevreesde columnist. Hij hanteerde tientallen pseudoniemen en was een geniale letter- en woordkunstenaar. Onder de naam Battus publiceerde hij Opperlandse taal-&letterkunde.

Elsbeth Etty  (), neerlandica en  publicist, was tot redacteur literatuur van NRC Handelsblad en van tot bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de VU. In promoveerde zij cum laude op de biografie van Henriette Roland Holst, Liefde is heel het leven niet, die werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en bekroond met De Gouden Uil en de Busken Huetprijs. Veel lof ontving zij in voor In de man zit nog een jongen, de biografie van Willem Wilmink.

Bron: Querido

Elsbeth Etty neemt na het overlijden van Liesbeth Koenen de taak over een biografie te schrijven over Hugo Brandt Corstius. De schrijver en columnist van de vele pseudoniemen: Battus, Piet Grijs, Stoker zijn de bekendste, maar Brandt Corstius schreef ook onder zijn eigen naam. Zo schreef hij samen met Maarten ’t Hart Het Gebergte, de tweeënvijftig romans van S. Vestdijk. In deze bundel besprak Brandt Corstius de roman Pastorale onder zijn eigen naam en onder de titel ‘De mythe van de mythe’, waar hij eerder dezelfde roman besproken had onder de naam Piet Grijs in Vrij Nederland onder de naam Pastorale Ook besteedde hij aandacht aan het taalgebruik van Vestdijk in zijn bekende werk Opperlandse taal en Letterkunde.

WvW, 9 februari


De verbale kwelgeesten van Hugo

‘Mensen weten eigenlijk helemaal niet wie u bent.’

Het is maart als Adriaan van Dis die opmerking quasi-terloops laat vallen. Het tv-interview, terug te vinden op internet, verloopt stroef en stekelig. De man tegenover hem aan tafel – rood jasje, geel overhemd – pareert alles met zijn laconiek opgetrokken wenkbrauwen.

Van Dis krijgt maar geen vat op Hugo Brandt Corstius, de man die het publiek vooral kent onder zijn vele aliassen. Piet Grijs, Battus, Jan Eter, Victor Baarn, Maaike Helder, Stoker… Veelal vileine, messcherpe, scheldende stemmen, in allerlei kranten en weekbladen ‘via de man op de zaak spelend’, zoals de hoofdredacteur van Vrij Nederland het noemde in een terugblik.

Andere tijden, andere mores. Als je alle schandalen die zijn gemaskerde legertje aanstichtte nog eens voorbij ziet razen in de knappe biografie die Elsbeth Etty over hem schreef, dan vraag je je af welke hoofdredacteur dat tegenwoordig nog allemaal zou toestaan.

Premier Biesheuvel was een ‘protestantse piemel’ die met z’n ‘operettesmoel’ maar eens het Catshuis uit gejaagd moest worden. Minister Onno Ruding vergeleek hij met Eichmann. De Leidse criminoloog Wouter Buikhuisen kreeg vijftien columns lang te horen dat hij een fascist was. En dan was er nog bijna e